Interpersoonlijke Psychotherapie

Inleiding

Interpersoonlijke psychotherapie (IPT) is een kortdurende, focale, steunende gesprekstherapie specifiek ontworpen voor de behandeling van ambulante depressieve patiënten. Naast depressie wordt IPT ook toegepast bij boulimie. IPT is opgenomen in de richtlijnen voor de behandeling van depressie en van eetstoornissen. Daarnaast worden inmiddels verschillende andere psychische stoornissen ook met IPT behandeld.

IPT is gebaseerd op de gedachte dat veranderingen in het aantal of de aard van belangrijke relaties een depressie kunnen uitlokken bij mensen die daar gevoelig voor zijn.

De duur van de behandeling is afhankelijk van een aantal factoren zoals duur en ernst van de depressie. De duur varieert tussen de 8 en maximaal 20 gesprekken.

In de behandeling worden één of hooguit twee probleemgebieden uitgekozen om de behandeling op te richten. Bij IPT heeft dit probleem altijd te maken met recente veranderingen in relaties met belangrijke anderen.

IPT is ontwikkeld door Gerald Klerman en Myrna Weissman in de VS. In een groot aantal onderzoeken is inmiddels aangetoond dat IPT werkzaam is bij de behandeling van depressie. Onderzoek naar de toepassing van een groot aantal andere stoornissen is gaande.

Interpersoonlijke psychotherapie (vervolg)

IPT is een vorm van psychotherapie waarin het verbeteren van de relaties met andere mensen centraal staat. Mensen zijn ‘sociale wezens’ die anderen nodig hebben. Ingrijpende veranderingen of verstoringen van relaties (interpersoonlijke problemen of life events) kunnen tot depressieve klachten leiden of deze verergeren. Omgekeerd is het ook zo dat de depressieve klachten duidelijk make n dat een of meer van de belangrijke relaties in iemands leven veranderd of verstoord zijn. Heel kort samengevat streeft IPT ernaar de kwaliteit van de relaties met andere mensen te verbeteren waardoor de depressieve klachten weer kunnen afnemen.

IPT kent 3 fasen

Fase 1. Begin van de behandeling (zitting 1-3), gericht op:

  • een vertrouwensrelatie met de therapeut opbouwen;
  • uw belangrijke relaties in kaart brengen;
  • verband leggen tussen de interpersoonlijke problemen en de depressieve klachten;
  • een gewenste verandering kiezen (problemen in de relatie met één belangrijk persoon uit uw leven).

Fase 2. Behandelfase (zitting 4-10) met 4 afzonderlijke probleemgebieden:

  • Rouw: het overlijden van een belangrijke naaste.
  • Interpersoonlijk conflict: conflicten in de huwelijks- of partnerrelatie, tussen ouders en kinderen of met andere personen (op bijvoorbeeld het werk). Dit kunnen openlijke ruzies maar ook onuitgesproken verwijten zijn.
  • Rolverandering: moeite met het aangaan van nieuwe of veranderde sociale rollen, bijvoorbeeld na een scheiding of in een nieuwe baan.
  • Interpersoonlijk tekort: moeite hebben om betekenisvolle relaties te onderhouden.

Fase 3. Afsluiten van de behandeling (zitting 10 -16), gericht op:

  • het leren uiten van gevoelens van verlies (afscheid van de therapeut);
  • het bewust worden van de eigen mogelijkheden om zelfstandig door te gaan;
  • het maken van duidelijke afspraken over de periode na de therapie.

Hoe werkt IPT?

Samen met de hulpverlener inventariseert u wie de belangrijke andere personen in uw leven zijn. Ook wordt met u besproken welke veranderingen voorafgaand aan het ontstaan van de klachten in het netwerk zijn opgetreden. De nadruk ligt hierbij op de huidige relaties. In de behandeling wordt de samenhang tussen gebeurtenissen met andere mensen en uw gevoelens bespreekbaar gemaakt. Na het kiezen van een probleemgebied worden in elke sessie concrete ervaringen van de afgelopen week besproken. Tevens wordt er met u gesproken over wat de gewenste veranderingen in het huidige sociale netwerk zijn en hoe u die kunt bereiken. Deze positieve veranderingen in de relatie met andere belangrijke personen in uw leven verminderen de depressieve klachten.

Hoe lang duurt de behandeling?

De behandeling bestaat uit 12-16 zittingen van 45 minuten met een frequentie van één keer per week voor de eerste 10 afspraken, hierna kan het worden verminderd tot 1 keer per 2 weken. Om terugval te voorkomen wordt de therapie meestal langzaam afgebouwd.

Wie verzorgt de behandeling?

Interpersoonlijke psychotherapie wordt aangeboden door medewerkers die hiertoe bevoegd zijn in het kader van de wet BIG (wet Beroepen in de Gezondheidszorg) en die deskundig zijn in het uitvoeren van deze behandeling, omdat ze hierin zijn getraind. Dit zijn meestal psychologen (gezondheidszorgpsychologen of klinisch psychologen) of psychotherapeuten, maar het kunnen ook anderen zijn, bijvoorbeeld artsen of psychiaters.

*Bron: CCGT – Zoetermeer – 1 september 2019