Inleiding
Aandachtgerichte Cognitieve Therapie (ACT) wordt in het Engels Mindfulness Based Cognitive
Therapy (MBCT) genoemd en is vanaf 1992 ontwikkelt door Segal, Williams en Teasdale. Oorspronkelijk ontworpen
als een nieuwe methode om de kans op terugval na een depressie te verkleinen.
Mindfulness betekent bewust je aandacht ergens op richten, op het hier en nu, en niet oordeelt over
wat je verder gewaar wordt. Mindfulness ( Sankriet: Vipassana) komt uit het Boeddhisme is een meditatievorm
en betekent letterlijk: "de dingen zien zoals ze werkelijk zijn".
John Kabat-Zinn (2003),
ontwikkelde vanaf 1970 Mindfulness-Based Stress Reduction (MBSR), een oefenprogramma voor patiënten met
chronisch klinische klachten zoals pijn, kanker, psoriasis, en dat momenteel in veel ziekenhuizen in Verenigde
Staten wordt aangeboden als ondersteunende therapie.
De Mindfulness-Based Cognitive Therapy heeft de meditatie- en andere
aandachtoefeningen in de MBCT overgenomen uit de MBSR.
Depressie en terugval
De kwetsbaarheid voor depressies neemt na elke volgende depressie steeds meer toe. Het was uit
onderzoek bekend dat depressieve patiënten die met Cognitieve therapie werden behandeld minder kans
hadden op terugval na behandeling dan patiënten die uitsluitend met medicatie werden behandeld. De
gangbare hypothese is dat dit komt door het veranderen van negatieve opvattingen in meer realistische
opvattingen.
ACT is dus een nieuwe therapeutische behandelmethode in de traditie van de cognitieve
therapie maar met een aantal belangrijke nieuwe kenmerken. Een belangrijk nieuw kenmerk is dat geleerd
wordt niet alleen gedachten, maar ook lichamelijke ervaringen en gevoelens te zien als mentale
gebeurtenissen.
De opzet
ACT als terugvalpreventie-cursus kan individueel of als groepscursus gegeven worden aan patiënten
die meerdere depressieve periodes gehad hebben.
De groepscursus bestaat bijvoorbeeld uit: een intake-gesprek,
acht gestructureerde sessies van 2,5 uur volgens een heldere en gedetailleerde handleiding en 4 follow-up
bijeenkomsten.
Maximaal twaalf patiënten die drie of meer depressieve periodes gehad hebben nemen deel
aan de cursus, die gegeven wordt door een psychotherapeutisch geschoolde trainer. Verder wordt er dagelijks
huiswerkopdrachten gegeven, waarin aandachtsoefeningen de hoofdmoot vormen. Dit vraagt van de patiënt
ongeveer 1 uur per dag. Het streven is dat ook na de training de deelnemers 'mindfulness' aspecten van de
therapie in hun leven blijven integreren.
Aandachtoefeningen staan centraal
Als eerste leren patiënten de zgn. bodyscan-oefening. Een techniek waarin, net als bij progressieve
relaxatie (maar zonder ontspanningsinstructies), gevraagd wordt wat achtereenvolgens in de verschillende
lichaamsdelen kan worden opgemerkt zonder daaraan iets te willen veranderen. Hierna volgen oefeningen
waarbij de aandacht gericht is op de ademhaling, lichamelijke gewaarwordingen en gedachten.
Zodra wordt opgemerkt dat de aandacht afdwaalt, dan wordt die op een vriendelijke, niet afkeurende manier keer op keer
weer teruggebracht naar het ademen. Als huiswerk moet de patiënt wisselende dagelijkse
routine bezigheden met aandacht doen. Een belangrijke toepassing is de "3 minuten adempauze", een strategie
om op moeilijke momenten in drie stappen, die ieder ongeveer een minuut duren, ruimte te creëren voor een
nieuwe bewuste manier van reageren i.p.v. het gebruikelijk ingesleten reactiepatroon.
Cognitieve en gedragstherapeutische interventies
In de training komende verschillende cognitieve en gedragstherapeutische interventies aan de orde
zoals: psycho-educatie en oefeningen rondom de aard van het denken, registratie van cognities rond
(on-)prettige gebeurtenissen, het leren herkennen van opvallende negatieve gedachten en denkfouten, signalen
van een dreigende depressie leren herkennen, plezierige activiteiten invoeren en het maken van een
terugvalpreventieplan.
Anders dan bij de standaard cognitieve therapie vindt er geen kritisch onderzoek plaats van de inhoud van
de cognities maar leren de patiënten een andere houding aan te nemen. Ze leren de stroom van hun
gedachten en lichamelijke gewaarwordingen te observeren en ervaren als het komen en gaan van gedachten
en lichamelijke reacties.
Onderzoeksresultaten
Naar de effectiviteit van MBSR is al veel onderzoek gedaan dat de werkzaamheid ervan aantoont (o.a.
Baer, 2003). Voor ACT (MBCT) is er sprake van enige effectiviteit. Teasdale et al (2000) hadden 145
patiënten met meer dan twee depressieve periodes in hun onderzoek. Deze werden in drie onderzoekslocaties,
random toebedeeld aan MBCT of aan 'treatment as usual' (gebruikelijke behandeling). Gemeten over een periode
van 60 weken had de MBCT-groep 37% terugval en treatment as usual 66% terugval. Een tweede studie van
Ma & Teasdale (2002) leverde de vergelijkbare resultaten op: 75 patiënten, 36% terugval in de MBCT-groep
en 78% terugval in de groep die de gebruikelijke behandeling kreeg.
Past ACT binnen de ontwikkeling van CGT?
Korrelboom en Ten Broeke (2004) pleiten voor een cognitieve gedragstherapie waarin
verschillende effectief gebleken psychologische behandelmethoden hun plaats hebben. Met
andere woorden: psychologische behandelmethoden die werkzaam zijn behoren tot het domein
van een wat zij noemen 'geïntegreerde' cognitieve gedragstherapie.
Een zelfde standpunt vinden we bij Arnold Lazarus (1997): "Het is wetenschappelijk verantwoord
en klinisch verstandig om in de gedragstherapie elke techniek toe te passen, ongeacht waar het
ontstaan is of wie het verspreid heeft, onder de voorwaarde dat er empirisch bewijs is voor de
effectiviteit en er een theoretisch consistente onderbouwing is." Aandachtgerichte cognitieve
therapie voldoet aan genoemde voorwaarden.
Er is bovendien nog een belangrijke reden waarom ACT aan het repertoire van de CGT moet
worden toegevoegd : het is een zinvolle aanvulling op de 'cure' kant van therapie. Een aspect dat
in de komende jaren waarschijnlijk steeds belangrijker wordt is het inzicht dat er grenzen zijn aan
de 'cure' kant van de hulpverlening. Dat er een grote groep patiënten is die ondanks de meest
adequate hulp niet volledig genezen kan, klachten blijft houden of kwetsbaar is voor recidive. Een
aanpak die gericht is op acceptatie, op leren omgaan met chronische klachten en kwetsbaarheid
completeert de op verandering gerichte aanpak van de meeste cognitief gedragstherapeutische
procedures.
Bezwaren tegen mindfulness als therapeutische interventie
Een veelgehoord bezwaar tegen het gebruik van mindfulness-oefeningen als psychotherapeutische
interventie is dat Mindfulness-oefeningen gezien worden als van oorsprong meditatie-oefeningen, die een
spiritueel of religieus doel hebben. Men mag daarom deze oefeningen niet in een andere context gebruiken zo
stelt men.
In deze redenering worden doelen en middelen niet van elkaar onderscheiden en gesuggereerd dat een middel
exclusief bij één bepaald doel hoort. Eenzelfde middel kan in verschillende contexten voor
verschillende doelen gebruikt worden. Een dagelijks voorbeeld is het gebruik van een fiets als vervoersmiddel
en als middel om te sporten. Of de toepassing van iets in een andere dan de originele context zinvol is wordt
vooral bepaald door de effectiviteit van het middel t.o.v. het doel.
Tot slot
'Mindfulness' is een term die naar een methode en een houding verwijst die in verschillende contexten
verschillende doelen heeft. Toegepast in het kader van 'Mindfulness Based Cognitive Therapy' of ACT hoort
het tot het domein van de Cognitieve Gedragstherapie. Het voldoet aan de belangrijke kenmerken: het is een
psychologische behandelmethode waarvoor een wetenschappelijke onderbouwing en een, nog bescheiden, bewijs
van effectiviteit is. Patiënten leren om anders tegen problematische situaties aan te kijken, om met
beter passende copingstrategieën en gedragspatronen te reageren en er wordt veel gebruik gemaakt van
oefeningen en huiswerk. Bovendien kan het een zinvolle aanvulling zijn op de op verandering gerichte therapie.
Cognitieve gedragstherapie is niet hetzelfde als het toepassen van één of meer technieken.
Van therapie is pas sprake als de interventies een essentieel en functioneel onderdeel vormen in het
therapeutisch proces.
Teasdale et al (2003) waarschuwen ervoor om 'mindfulness based clinical interventions' als een
goedkope, algemene en breed inzetbare techniek te gebruiken bij tal van klachten in grote
patiëntengroepen met gemengde diagnoses. Therapeuten behoren een solide hypothese te hebben, die
gedeeld wordt door de patiënt, over de aard van de klachten en de wijze waarop aandachtoefeningen
daarbij een positief effect kunnen hebben.
Bron
De voorgaande tekst is een bewerkte versie van Schurink, G. (2004) : Aandachtgerichte cognitieve
therapie bij depressie: een methode die past in het domein van de cognitieve gedragstherapie. VGCT Gedragstherapie, jrg. 37 (3).
Relevante links
-
Instituut voor Mindfulness
-
Tinge Training & Therapie
-
MBCT België
-
MBCT Engeland
-
Mind Body Medicine
-
Center for Mindfulness
-
Centre for Mindfulness Research & Practice
- Mindfulness Readings
Literatuur
* Kabat-Zinn, J.(2003) Mindfulness-Based Interventions in Context: Past,
Present, and Future. Clinical Psychology: Science and Practice
* Segal, ZV, Williams, JMG & Teasdale, JD. (2004) Aandachtgerichte
cognitieve therapie bij depressie: een nieuwe methode om terugval te voorkomen.
Amsterdam: Uitgeverij Nieuwezijds.
*Bron: CCGT - Zoetermeer - 1 september 2019